Home

Algemene omschrijving:
In deze opdracht draait het om het fotograferen van een voorwerp van zeer dichtbij, zodanig dat
het abstract begint te ogen. Door de details van een object uit te lichten en in te zoomen, vervaagt
de herkenbaarheid en komen texturen, vormen, patronen en kleuren naar voren die normaal niet
opvallen. Dit geeft de foto een abstract karakter, waarbij de nadruk komt te liggen op visuele
elementen in plaats van het onderwerp zelf.
Technieken die je kunt gebruiken voor deze opdracht:
- Macrofotografie: Met behulp van een macrolens kun je extreem dichtbij een onderwerp komen
en de kleinste details vastleggen. Dit maakt het mogelijk om het object volledig anders te laten
lijken dan het in werkelijkheid is.
- Focus op texturen en patronen: Door je te concentreren op de textuur van het object, zoals de
nerven van een blad of de oppervlakte van een steen, kun je abstractie creëren.
- Gebruik van scherptediepte: Door met een kleine scherptediepte te werken, kun je bepaalde
delen van je beeld onscherp maken, waardoor het voorwerp nog verder vervreemd raakt van zijn
herkenbare vorm.
- Spelen met licht en schaduw: Licht kan vormen vervormen en schaduwen kunnen patronen
creëren. Door gebruik te maken van hard of zacht licht, kun je de abstracte kwaliteit van het
object versterken.
- Ongewone composities: Door het onderwerp vanuit een onverwachte hoek of ongebruikelijke
uitsnede te fotograferen, ontstaat er een nieuw perspectief dat bijdraagt aan de abstractie.
Objectieve punten waaraan de foto moet voldoen:
1. Het voorwerp moet zo gefotografeerd zijn dat het moeilijk te herkennen is of een abstracte
indruk geeft, waarbij de nadruk ligt op vormen, texturen of patronen.
2. De foto moet een duidelijke close-up zijn, waarbij de details van het object of de textuur het
beeld domineren, zonder afleiding van de context of omgeving.